
Eten, pijn en misdaad zijn populaire onderwerpen voor de gemiddelde social media-gebruiker, naast dieren natuurlijk. Een adembenemend spitskoolsnijwerk van een Chinees voedselkunstenaar is zonder twijfel de moeite van een paar klikken op je toetsenbord waard, al bestaan er vast mensen die daar anders over denken. We veroordelen zaken die niet normaal zouden zijn, en tegelijk zijn we dol op abnormale berichten, want die doen het bijzonder goed op onze schermpjes. Een vraag die een mens lang bezig kan houden is: wat is eigenlijk (ab)normaal?
Omdat we niet allemaal Chinese voedselkunstenaars zijn, maar wel eten (klaarmaken), delen mensen met regelmaat een portret van in elkaar geknutseld voedsel op een bord. En zo komt het dat we dagelijks kunnen meegenieten van een willekeur aan voerfoto’s, gemaakt en gefotografeerd door de gewone man/vrouw.
Pijntjes en ongemakken komen ook dagelijks voorbij, en daar is over nagedacht. Social media geeft garantie dat een lezer er met medeleven op reageert, en dat geeft troost.
We kennen vast ook allemaal de afremmende scrollende vinger bij berichten over met babbeltrucs beroofde bejaarden. De daders kunnen dan schriftelijk, en bij wijze van spreken, veroordeeld worden tot creatieve, zware straffen, en dat afreageren helpt tegen de frustratie. Wees blij dat het er is.
Ik heb meerdere huisdieren en zit daarom nooit verlegen om een digitaal, sociaal deelbericht. Vanwege mijn creatieve geest en Siciliaans temperament doe ik volop mee aan het schriftelijk afstraffen van laffe bejaardenmishandelaars.
Voerfoto’s daar waag ik me soms aan, maar dan meer bedoeld als voorbeeld hoe het niet moet. Pijntjes deel ik alleen als ze enigszins grappig zijn. En dat komt vaker voor dan ik zou willen. Ik ben namelijk nogal onhandig.
Een jaar geleden verstapte ik me bij het uit de douche stappen en zwikte ik door mijn voet. Dat leverde binnen korte tijd een indrukwekkend opgeblazen, zeegroen met paarse voet op. Het belangrijkste wat je dan moet doen is een foto maken. Zeker ook controleren of de zwelling en de kleuren er wel goed op te zien zijn, anders net zo lang foto’s blijven klikken tot een goed resultaat is bereikt. Denken aan een artsenbezoek is in deze eerste fase nog helemaal niet aan de orde.
Na vijf keer proberen had ik hem goed op de foto, die voet, en plaatste hem trots op Facebook. Reacties klaar terwijl je wacht. En zo niet, dan wacht ik wat langer. “Zou je niet naar de dokter gaan?” reageerde iemand. ‘Dokter???’ dacht ik. Was nog niet bij me opgekomen.
Ik ging na vier dagen naar mijn huisarts en die stuurde me met een halve diagnose -gescheurde enkelbanden- door naar het ziekenhuis, waar ik de andere helft van de diagnose kreeg: middenvoetsbeentje gebroken.
De laatste keer dat ik gips kreeg was dat nog gewoon wit. Nu mag je een kleurtje uitkiezen en de keus is best ruim. Van zacht lila tot mintgroen, van knaloranje tot gitzwart.
Ik dacht rustig na. Ik wilde geen overhaaste beslissing maken. Welke kleur zou leuk staan op een Facebookfoto? Uiteindelijk koos ik middeldonkerblauw. Ze hadden ook lichtdonkerblauw en donkerdonkerblauw, maar middeldonkerblauw rijmde wel mooi met de Facebookbalk.
Ik maakte in het ziekenhuis meteen al een paar kiekjes van mijn vers gegipste pootje maar bij thuiskomst vielen die wat tegen dus thuis maakte ik een nieuwe, tijdlijnwaardige foto.
Nou, dat was even snel punten scoren. De likes, hartjes en tranende smileys druppelden achter elkaar binnen. Ik was er de rest van de dag zoet mee, moest natuurlijk op alle reacties reageren, anders zou ik ondankbaar lijken.
Na deze drukke dag besloot ik braaf voor twaalven naar bed te gaan. Mijn hoofd had mijn kussen nog niet aangeraakt toen de telefoon een persoonlijk berichtje door plingde. Dat is niet gebruikelijk, een berichtje ’s nachts. Toch maar even kijken.
Het was een man die ik niet kende. De naam zei me niks. Hij stuurde de vraag hoe het met mijn gebroken been ging. Ik wist daar geen goed antwoord op te bedenken, want hoe kan het nu goed gaan met een gebroken been? Klikkend op het onbekende hoofd op de profielfoto nam ik een kijkje in zijn Facebookwereld. Hij woonde aan het andere eind van de wereld, zag ik, en had veel Facebookvrienden die van wintersport hielden. Op zijn tijdlijn stonden YouTube-filmpjes. Van vrouwen. Met gips. Er ging een wereld voor me open, maar ik deed hem ook meteen weer dicht. Deze man had een gipsfetisj! En niet te zuinig ook. Krijg nou wat! Nooit geweten dat zoiets bestond. Nog onder de indruk van wat ik net ontdekt had plingt de telefoon in mijn handen opnieuw. Weer een onbekende, van ver weg. Of ik ook een filmpje had van mijn gipsen been. Meneer gipsfetisj nummer twee was dat. Ik gluurde ook op zijn tijdlijn, met rode oortjes van verbazing. Deze mensen kickten op ledematen in gips. Het was hun hobby. En hier werden ook speciaal foto’s en filmpjes voor gemaakt, om ze te voorzien van een hoge mate van schik.
Ik heb nog uren wakker gelegen van deze schokkende ontdekking.
“Die zijn gek”, dacht ik. Maar ze leken ook best heel aardig. En het kicken op plaatjes en video’s van ledematen in gips is iets waar je niemand kwaad mee doet. Ik had lang genoeg liggen gluren in de gipsfetisjwereld dat ik wist dat ze ook gewoon niet gebroken ledematen in gips zetten, voor de lol.
Ja, natuurlijk. Niemand die het verschil ziet. Wat slim eigenlijk.
De volgende dag vertelde ik enthousiast over mijn ontdekking op social media, blij dat ik weer iets bijzonders te vertellen had. Ik was duidelijk niet de enige waarvoor dit verschijnsel nieuw was. Uiteraard mochten grapjes niet ontbreken en werd de gips-tic zonder twijfel in het hokje ‘abnormaal’ geplaatst. Dat was ook mijn eerste gedachte, maar ik ben er verder over na gaan denken. Wat hoort bij ‘normaal’ en wat hoort bij ‘abnormaal’? En welke mensen bepalen dat? De normale mensen? Maar wie bepaalt dat zij normale mensen zijn?
Ik hield me een paar dagen zoet met gefilosofeer over (ab)normaal. Meestal komt pas na lange tijd een eindconclusie uit een solistische filosofeersessie, die weer opengebroken kan worden bij nieuwe inzichten, en dat is nu niet anders: na ruim een jaar kom ik tot het volgende:
Ik vergelijk het conflict tussen normaal en abnormaal met smaak. Wat de één graag eet, vindt de ander weerzinwekkend goor. Ik heb als kind een verklaring voor het leven afgelegd dat ik zoiets als een mossel nooit in mijn mond zal stoppen. Dit niet alleen omdat het een dier is, maar vooral na het zien van het elastiekachtige frummeltje dat er aan hangt. Mij zal je niet snel zien in een fluor roze naveltruitje. Ik ben eeuwig dankbaar voor de schepper van Guust Flater, anders had mijn jeugd vast wat triester verlopen, en ik ben nog steeds fan van Adam Ant zonder dat ik daar een goede reden voor heb. Sommige dingen kan je een keuze noemen, maar zijn het niet. Je vindt iets lekker of niet, dat is geen keuze. De kleuren en vormen die je mooi vindt is geen keuze. Je voorkeur voor een bepaalde soort humor, of artiest is ook geen keuze. Zoiets komt uit je eigen ik. Ik weet bijvoorbeeld dondersgoed dat het fout is om te lachen om bepaalde, met erge ziektes verweven uitspraken. Maar je kan me oprapen als ik een rasechte Rotterdammer of Hagenees tekeer hoor gaan. Dan pies ik zowat in mijn broek. Geen keuze, dat ben ik gewoon en dat kan ik niet zomaar veranderen. Dat maakt mij geen rotmens want een hoop andere, barmhartige trekjes die ik heb compenseren dat weer. Een slecht bewaard geheim is dat niemand perfect is, en dat zelfs perfect nooit perfect zou kunnen zijn. Ik ben van een korte studie psychologie veel vergeten maar heb iets heel goed onthouden: van alle goede eigenschappen kan je met heel veel gemak, door er een ander woord aan te geven, een slechte eigenschap maken en andersom. Het is maar hoe je iets noemt, het ding blijft hetzelfde, de benoeming verschilt.
Dus wat is normaal?
Mijn voorzichtige conclusie is dat het normaal is om niet normaal te zijn. En dat samenlevingen veranderen waardoor iets normaals van vroeger nu abnormaal kan zijn en andersom. Een concreet normaal zonder houdbaarheidsdatum is schaars.
Toch stuur ik geen gipsen beenfilmpjes naar de fetisjisten. Dat is hun normaal en niet mijn normaal. Maar ze mogen het wel vragen aan me. Geen probleem.
Vandaag ging ik op pad met mijn vriend, en ik ging op mijn stoel zitten om mijn sokken en schoenen aan te trekken. Nog steeds heb ik last van die voet en draag ik links twee sokken over elkaar voor extra warmte en stevigheid.
“Je hebt twee verschillende kleuren sokken aan”, zei mijn vriend toen hij mijn grijze linkervoet en witte rechtervoet zag.
“Ja, wat is het probleem? Mijn trui is toch ook een andere kleur dan mijn broek?”
Hij had daar bij geen antwoord op.
Comments