Kort verhaal
- Ginet Balistreri
- 5 jan 2020
- 3 minuten om te lezen

Mijn van oorsprong Friese beeldhouwleraar Ger Boonstra kon vertellen als de beste. Als er een mooi verhaal of grappige anekdote aankwam, hingen zijn leerlingen meteen als puppyās aan zijn lippen.
Behalve een grote inspiratiebron voor ontzettend veel kunstenaars in wording, was hij ook een geestig, kunstzinnig oervader, die elke leergierigaard op zijn pad opvoedde met verrassende inzichten.
Hij kon een afgrijselijk kunstwerk mooi praten. Of op zijn minst interessant.
Andersom kon hij het ook, maar dat deed hij minder vaak.
Ger leeft al een tijdje niet meer, maar hij spookt nog regelmatig rond in mijn hoofd. Gek genoeg zijn veel dingen die hij tegen me zei of vertelde, zowaar blijven hangen.
Zijn verhalen waren qua inhoud niet opvallend fantastisch, niet verfilmwaardig, en soms bestonden ze maar uit een krappe alinea van 5 regels. In mijn beleving kon alleen hij zoān toefje tekst op zoān leuke manier vertellen.
EƩn verhaal van Ger ga ik proberen na te vertellen. Hoop dat het lukt.
'Het braden van vlees'
(Sorry, kon even geen veganistische uitvoering bedenken)
Piet loopt de keuken in. Zijn kersverse echtgenote Janneke is vlees aan het bereiden. Er staat een fonkelnieuw joekel van een braadpan met een klont boter op het vuur.
Het mooie, rode stuk braadvlees ligt op de glazen snijplank. Er gaan wat specerijen overheen. Dat wordt op een speciale manier erover gewreven.
Piet kijkt gefascineerd toe. āDat doe je apartā, zegt hij.
āJaha, dit vleesgerecht maak ik volgens het eigen recept van mijn omaā, antwoordt Janneke.
Piet blijft met enigszins gespeelde belangstelling kijken. Janneke pakt een indrukwekkend mes uit de la, snijd het stuk vlees doormidden en legt de twee stukken voorzichtig in de pan.
āWaarom snijd je het vlees door?ā vraagt Piet.
āZo heb ik het van mijn moeder geleerd.ā
Die avond proeft Piet een stukje van het vlees en het smaakt verrukkelijk.
De volgende dag zit Janneke gezellig samen met haar moeder koffie te drinken bij de Hema.
āMam, gisteren heb ik dat gebraden vlees gemaakt. Weet je wel, volgens omaās recept.ā
āOh, hoe vond Piet het?ā
āJa, lekker. Hij heeft ook staan kijken hoe ik het klaarmaakte. Dat was wel schattig. Maar wat hij zich afvroeg hĆØ, waarom het vlees doormidden gesneden moet worden. Waarom is dat, ma?ā
Jannekeās moeder slikt de hap van de roze bovenverdieping van haar tompouce door en zegt met de pudding op haar snor: āJa, dat moet zo. Zo heb ik het van oma geleerd.ā
Die avond gaat Jannekeās moeder op bezoek bij oma in het bejaardentehuis.
āKijk eens, ma, lekkere mandarijntjes, daar vroeg je toch om?ā
āDank je, lekker hoor.ā De negentigjarige oma staart over de paars met witte viooltjes, die in de vensterbank gezellig staan te wezen.
āZeg mamake, mag ik eens wat vragen?ā vraagt Jannekeās moeder aan oma.
āWat wil je vragen?ā
āGisteren heeft Janneke gebraden vlees gemaakt volgens uw recept. Zoals u het mij geleerd heeft.ā
āJa? O, wat leuk. Dan gaat dat recept door naar de volgende generaties. Wat een eer!ā
āJa, leuk hĆØ? Maar nou had ze de specerijen ingewreven en het stuk vlees doormidden gesneden, en toen stond Piet toe te kijken, en hij vroeg waarom het vlees doormidden gesneden moest worden? Janneke vroeg dat vanmorgen aan mij, maar eigenlijk weet ik ook niet precies waarom dat moet.ā
Oma draait zich om in haar stoel, kijkt Jannekeās moeder aan en zegt: āMeisje, ik had alleen een kleine koekenpan, daar past zoān groot stuk vlees niet in.ā
Einde verhaal.
Tradities. Het toverwoord van deze tijd. Meer zeg ik niet.
Comentarios