
ineens was jij er, in mijn achtertuin vol kattenpuin
als een zomersneeuwster, met je koppie schuin
helemaal in je knollentuin
je rode halsband als een slordig vlinderdasje
onderbrak het mooie wit van je poezenjasje
het zat veel te strak, gegroeid was je
ik deed het af, nu hoorde je in mijn kattenklasje
al was dit huis al tjokvol
te veel gemiauw en te veel poezenwol
clown zijn werd hier jouw vaste rol
en die vervulde je talentvol
dus ik maakte van mijn bed ook jouw slaaphol
en zodra mijn benen onder de dekens verdwenen
begon het spelletje van de bewegende tenen
dat je speelde met duikvlucht en koprol
in bed had jij een dubbelrol:
hartsvriend en flapdrol
ik hield zo van je kattenlol
jij was degene
die mij moeiteloos kon entertainen
het is het goede en het slechte tegelijk
dat een kat niet op een hond lijkt
aan kat is niet zomaar trouw, kijk:
goede zorg van de baas in theorie en praktijk
vinden zij gewoon erg belangrijk
net als eten, slapen, spelen, kroelen, dus een goed kattenklimaat
hebben ze genoeg daarvan binnen handbereik
dan bepalen zij: is het kattengoed of kattenkwaad?
vandaar dat ik hier nu zit te schrijven
met kat op schoot, op bank, in bed
en het zal altijd zo blijven
zij zijn het zelf die het me inwrijven:
"jij bent degene die op ons let"
en het is waar, hier geldt één grote wet:
'geen polonaise aan beestenlijven'
ik heb lak aan mijn klein budget
elk tekort aan een dier laat me verstijven
en wordt door mij met recht rechtgezet
wat ik daarbij ook in huis haal
is de zielige kant van het verhaal
met al mijn ferme feelgoodtaal
vergeet ik soms helemaal
de scheuren en deuken in mijn hart
die ik weer voor dit moois betaal
wanneer één van mijn diertjes finaal
zijn eigen end in rent
mijn zachte leventje wordt dan heel hard
en mijn volle huis heel kaal
ik huil en baal
dat jij er niet meer bent
november 2006
ความคิดเห็น